varken

betekenis & definitie

varken - Zelfstandignaamwoord
1. (veeteelt) een tam zwijn, gehouden voor zijn vet en vlees behorend tot de familie Suidae
2. (scheldwoord) een ongemanierd persoon

Woordherkomst
Van Middelnederlands varken; gaat terug op een Germaanse wortel *farha-. Verwant aan Latijns porcus «tam varken», Middeliers orc en Pruisisch prastian «big». Gaat terug op Indo-Europees *porḱo-s «big» mogelijk verwant aan een wortel *perḱ- die woelen, openkrabben betekent.

Verwante begrippen
zeug, big, beer, zwijn, barg, veeteelt, beest, bio-industrie, boerderijdier