tweevoud - Zelfstandignaamwoord
1. een veelvoud van twee
♢ Ik wil dit graag in tweevoud hebben.
2. een grammaticale vorm die weergeeft dat er twee zelfstandigheden bedoeld worden
♢ Het tweevoud komt nog maar weinig voor.
tweevoud - Bijvoeglijk naamwoord
1. tweevoudig
Woordherkomst
afgeleid van twee met het achtervoegsel -voud
Synoniemen
[2] dualis
Verwante begrippen
duaal
Gepubliceerd op 01-11-2017
tweevoud
betekenis & definitie