Gepubliceerd op 01-11-2017

training

betekenis & definitie

training - Zelfstandignaamwoord
1. een oefening
Kom je ook naar de training op zaterdag?
2. opleiding in een vaardigheid
ik heb vandaag weer een managementtraining

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van trainen met het achtervoegsel -ing