toen - Voegwoord
1. op het tijdstip dat
♢ Hij ging naar huis toen het vijf uur was.
toen - Bijwoord
1. op of na dat tijdstip
♢ Hij is toen naar huis gegaan.
2. in een vervlogen tijd
♢ Toen was dat nog heel gewoon.
Synoniemen
wanneer
[1] daarop, vervolgens
[2] destijds
Verwante begrippen
dan
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: