team - Zelfstandignaamwoord
1. (sport) een ploeg van bij elkaar horende spelers
♢ In welk team zit jij? Ik zit in de C2.
2. een groep samenwerkende mensen
♢ Op ons werk vormen wij een echt team.
Woordherkomst
Leenwoord van het Engelse team.
Uitgelicht
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 2.112 anderen in!