stukslaan - Werkwoord
1. (ov) slaan tot iets breekt
♢ De inbreker had een ruitje stukgeslagen.
2. (ov) (spreektaal) (figuurlijk) uitgeven van geld voor vermaak
♢ Aan de bar kon hij op een avond gemakkelijk 200 euro stukslaan.
3. ergatief gebroken raken
♢ Het schip was op de rotsen stukgeslagen.
Woordherkomst
samenstelling van stuk(bijwoord) en slaan(werkwoord)
Synoniemen
kapotslaan
Gepubliceerd op 01-11-2017
stukslaan
betekenis & definitie