Gepubliceerd op 02-11-2017

stomheid

betekenis & definitie

stomheid - Zelfstandignaamwoord
1. zaken die gebeuren door domheid en/of onoplettendheid
De dronken man begin een grote stomheid door tegen de deur van de burgemeester aan te plassen.
2. het dom zijn
Het was weer eens zijn stomheid waardoor hij in de problemen kwam.

Woordherkomst
afgeleid van stom met het achtervoegsel -heid