sop - Zelfstandignaamwoord
1. gewoonlijk warm water waaraan schoonmaakmiddel is toegevoegd
♢ Ik zal even een sopje maken om dat schoon te maken.
2. (scheepvaart) het zeewater
♢ Hij koos het ruime sop.
3. (kookkunst) kooknat
sop - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soppen
♢ Ik sop
2. gebiedende wijs van soppen
♢ sop!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soppen
♢ sop je?
Gepubliceerd op 02-11-2017
sop
betekenis & definitie