Gepubliceerd op 04-12-2017

onverwacht

betekenis & definitie

onverwacht - Bijvoeglijk naamwoord
1. niet van tevoren zien aankomen
Door een onverwacht overlijden van mijn moeder kon ik niet naar de voetbalwedstrijd.

Woordherkomst
Afgeleid van verwacht met het voorvoegsel on-

Synoniemen
plotseling

Antoniemen
verwacht