Gepubliceerd op 04-12-2017

onophoudelijk

betekenis & definitie

onophoudelijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder stoppen
Haar onophoudelijke zeuren bracht iedereen tot wanhoop.

onophoudelijk - Bijwoord
1. zonder te stoppen, als maar doorgaand
Het bleef, naar ons gevoel, de hele zomer onophoudelijk door regenen.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van ophouden met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-