omloop - Zelfstandignaamwoord
1. het in de rondte gaan, een kringloop bijv. bloedsomloop
2. de omwenteling van een voorwerp dat zich om een middelpunt beweegt (-> omloopbaan)
3. rondlopende galerij, een omgang
4. (medisch) om de vinger of nagel lopende nagelriemontsteking, paronychia
5. criterium
6. parcours, circuit
omloop - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlopen
♢... dat ik omloop
Verwante begrippen
omtrek, toer, rondgang
Gepubliceerd op 04-12-2017
omloop
betekenis & definitie