om - Voorzetsel
1. (tweeletterwoord) omheen, rond, rondheen, aan alle kanten van iets.
♢ Om de kerk ligt een ring, bestaande uit een gracht met bomen.
2. als aanduiding van het tijdstip waarop iets begint.
♢ Het volgende journaal is [[om]] 14:30.
om - Voegwoord
1. leidt een beknopte bijzin in: het effect dat men wil bereiken.
♢ Ik ga sonjabakkeren om af te vallen.
♢ Een druk op de knop is voldoende om de bus te laten stoppen.
Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: ombe, omme
Oudernederlands: umbi, umbe
Germaans: *umbi
Indo-Europees: *ambʰi-
Synoniemen
[1]: omheen, rond, rondheen
[2]: te
teneinde
Verwante begrippen
voorzetsel
Gepubliceerd op 04-12-2017
om
betekenis & definitie