Gepubliceerd op 04-12-2017

om

betekenis & definitie

om - Voorzetsel
1. (tweeletterwoord) omheen, rond, rondheen, aan alle kanten van iets.
Om de kerk ligt een ring, bestaande uit een gracht met bomen.
2. als aanduiding van het tijdstip waarop iets begint.
Het volgende journaal is [[om]] 14:30.

om - Voegwoord
1. leidt een beknopte bijzin in: het effect dat men wil bereiken.
Ik ga sonjabakkeren om af te vallen.
Een druk op de knop is voldoende om de bus te laten stoppen.

Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: ombe, omme
Oudernederlands: umbi, umbe
Germaans: *umbi
Indo-Europees: *ambʰi-

Synoniemen
[1]: omheen, rond, rondheen
[2]: te
teneinde

Verwante begrippen
voorzetsel