mogen - Werkwoord
1. (modl) toegestaan zijn
♢ Hij mag veel te veel.
♢ Wij mochten niet komen.
♢ Mogen zij in vrede rusten.
2. (ov) op prijs stellen
♢ Ik mag die jongen wel
3. (ov) lusten
Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: mogen, moghen
Oudernederlands: mugan
Germaans: *maganan
Indo-Europees: *megʰ-
Gepubliceerd op 04-12-2017
mogen
betekenis & definitie