mislopen - Werkwoord
1. ergatief niet op de juiste tijd op de juiste plaats zijn om iets mee te maken
♢ Hij is door autopech dat prachtige concert misgelopen.
2. ergatief fout aflopen
♢ Zijn plannetje liep helemaal mis door die plotselinge sneeuwval.
Woordherkomst
samenstelling van mis(bijvoeglijk naamwoord) en lopen
Gepubliceerd op 04-12-2017
mislopen
betekenis & definitie