Gepubliceerd op 04-12-2017

loopbrug

betekenis & definitie

loopbrug - Zelfstandignaamwoord
1. een brug voor voetgangers
Het Twenteborg Ziekenhuis is met een loopbrug over de rondweg verbonden met de woningboulevard en het Heracles Stadion.
Tientallen kokmeeuwen scheren rakelings over het grauwe water van de Nassauhaven. Op de ranke loopbrug een diep in zijn kraag gedoken buurtbewoner. Luttele meters voor hem sprint zijn hondje richting het park. Het zijn deze koude namiddag nabij de Unileverfabriek de enige activiteiten in een verder verlaten omgeving.

Woordherkomst
samenstelling van loop en brug

Synoniemen
voetgangersbrug, voetbrug, passerel, passerelle, wandelbrug

Antoniemen
voetgangerstunnel
fietsbrug