Wat is de betekenis van loopbrug?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

loopbrug

loopbrug - Zelfstandignaamwoord 1. een brug voor voetgangers Het Twenteborg Ziekenhuis is met een loopbrug over de rondweg verbonden met de woningboulevard en het Heracles Stadion. Tientallen kokmeeuwen scheren rakelings over het grauwe water van de Nassauhaven....

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

loopbrug

loopbrug - zelfstandig naamwoord uitspraak: loop-brug 1. smalle brug voor voetgangers ♢ de gemeente heeft een loopbrug gemaakt over het riviertje 2. plank met leuning om aan of van boord te gaan ...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

loopbrug

voetbrug; loopplank.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Loopbrug

v. (-gen), 1. smalle brug voor voetgangers; inz. (mil.) eenvoudige brug voor onbereden troepen; 2. plank met leuning om aan boord of van boord te gaan.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

loopbrug

v. loopbruggen (brug, enkel voor voetgangers); zie passerelle.

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Loopbrug

(krijgsk.), zwak uitgevoerde colonnebrug, ondanks voldoende breedte niet geschikt voor bespannen voertuigen, wel voor voetvolk en karren.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

loopbrug

v. (-gen) 1. Algm. brug voor voetgangers. Syn. voetbrug. 2. Inz. plank met leuning om aan of van boord te gaan.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

loopbrug

v./m. (-gen), 1. smalle brug voor voetgangers; m.n. eenvoudige brug voor onbereden troepen; (ook) brug over een emplacement e.d.; 2. plank met leuning om aan boord of van boord te gaan.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)