Gepubliceerd op 04-12-2017

loof

betekenis & definitie

loof - Zelfstandignaamwoord
1. gebladerte
2. (biologie) weefsel van lagere cryptogamen, waarbij zich geen verdeling in wortel, stengel en blad voordoet

loof - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loven
♢ Ik loof
2. gebiedende wijs van loven
loof!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loven
loof je?