kurk - Zelfstandignaamwoord
1. een van kurk gemaakte soort afdichting voor flessen
♢ Door de late goal moesten de kurken nog even op de fles blijven.
kurk - Zelfstandignaamwoord
1. licht, poreus materiaal, afkomstig van de kurkeik
♢ De hengel heeft een handgreep van kurk.
kurk - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kurken
♢ Ik kurk
2. gebiedende wijs van kurken
♢ kurk!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kurken
♢ kurk je?
Verwante begrippen
fles, wijn, wijnfles
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: