Gepubliceerd op 04-12-2017

kras

betekenis & definitie

kras - Zelfstandignaamwoord
1. langgerekte oppervlaktebeschadiging veroorzaakt door het bewegen van een scherpe punt over een voorwerp
Leg iets onder je schrijfwerk, anders krijg je krassen op tafel!

kras - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krassen
♢ Ik kras
2. gebiedende wijs van krassen
kras!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krassen
kras je?

kras - Bijvoeglijk naamwoord
1. nog sterk voor zijn jaren
Hij is een krasse ouwe baas.
2. opzienbarend, meest in een onaangename zin van dat woord
Dit is een krasse tegenstelling.

Woordherkomst
> Indonesisch: keras - «sterk»

Synoniemen
levenskrachtig