Wat is de betekenis van kras?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kras

1) (19e eeuw) (havenarb.) voorman van een ploeg havenarbeiders (kan echter ook van fabrieksarbeiders zijn), onderbaas. • Geen kras ommers, geen huurbaas, geen één meesterknecht neemt 'n man met 'n fok an, zoolang ie 'r nog met hèldere lampies ken krijge. Ja, ze hebbe jou noodig...! (M.J. Brusse: Landlooperij. 1906) &bull...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kras

kras - Zelfstandignaamwoord 1. langgerekte oppervlaktebeschadiging veroorzaakt door het bewegen van een scherpe punt over een voorwerp Leg iets onder je schrijfwerk, anders krijg je krassen op tafel! kras - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krassen...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kras

kras - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord 1. met veel kracht ♢ opa is nog erg kras voor zijn leeftijd 2. wat je bijna niet kunt geloven ♢ het is toch kras dat hij wist wat ik dacht ...

2024-04-20
Jargon & Slang van Havenarbeiders

Marc de Coster (2017)

Kras

Kras - voorman van een ploeg havenarbeiders (kan echter ook van fabrieksarbeiders zijn), onderbaas. Sedert einde van de 19de eeuw.

2024-04-20
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

kras

bn., bw., 1. scherp smakend en daardoor oneetbaar. Die mope heeft te lang onder de boom gelegen, die smaakt kras. 2. (a) sterk, krachtig, slagvaardig, wild, onstuimig; (b) streng; boos; (c) brutaal, opdringerig, uitdagend, aggressief; (d) hittig, geil. Het water is niet meer zo kras vandaag. Die ouwe boot vaart veel vlotter (Helman 1954a: 30); hi...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kras

erg, streng, skerp, sterk, drasties; gekras, rou en snydende keelgeluid maak (voëis); met iets skerps oor ‘n harde oppervlak krap; skerp krapgeluid laat hoor.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kras

1. s., (s)kras, streek. 2. adj., (s)kras, hecht.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kras

I. tw., nabootsing van het geluid, dat een scherp voorwerp op een ander maakt, als het er overheen getrokken wordt; ook van het geluid van zekere vogels, als raven, uilen enz.; II.zn. v. (-sen), 1. het geluid als onder I omschreven; 2. snelle beweging met een puntig voorwerp over een ander, haal; een kras met de pen; — 3. indruk door...