klinken - Werkwoord
1. absoluut een bepaald geluid (klank) voortbrengen
♢ Die kerkklok klinkt heel helder.
2. (inerg) een glas tegen dat van een ander stoten bij een heildronk, proosten
♢ graag willen we samen met u klinken
3. (ov) met klinknagels vastmaken, vastklinken
4. (ov) vastspijkeren
klinken - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord klink
Gepubliceerd op 04-12-2017
klinken
betekenis & definitie