kletsen - Werkwoord
1. (ov) (ditr) iemand een klets geven, iemand slaan
♢ Ze kletste hem een plas ijskoud water in het gezicht.
2. (inerg) praten, babbelen
♢ Hij kwam bij me zitten op het terras, en we kletsten wat.
kletsen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord klets
Uitdrukkingen en gezegden
♦ ze kletsen wat af
Gepubliceerd op 04-12-2017
kletsen
betekenis & definitie