kauw - Zelfstandignaamwoord
1. (dierkunde) Corvus monedula, eem zwarte zangvogel met een grijze nek uit de Corvidae
♢ Er zaten veel kauwtjes in de bomen.
kauw - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kauwen
♢ Ik kauw
2. gebiedende wijs van kauwen
♢ kauw!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kauwen
♢ kauw je?
Woordherkomst
(erfwoord). Van (S) *kewwanan.
Gepubliceerd op 04-12-2017
kauw
betekenis & definitie