jatten - Werkwoord
1. (ov) (Jiddisch-Hebreeuws) iets wegnemen van iemand en het zich wederrechtelijk toe-eigenen
♢ Het bleek dat zijn mobieltje gejat was door Ronald.
jatten - Zelfstandignaamwoord
jatten - Werkwoord
1. meervoud verleden tijd van jatten
♢Wij jatten
♢Jullie jatten
♢Zij jatten
Woordherkomst
Herkomst: Bargoens, afkomstig van het Hebreeuwse יד (jad, 'hand') en het Jiddishe ידיים (jada-iem, 'handen')
Synoniemen
gappen, stelen, klauwen, pikken
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: