inwendig - Bijvoeglijk naamwoord
1. in het lichaam bevindend
♢ Hij had last van een inwendige parasiet, die operatief verwijderd diende te worden.
2. in de geest bevindend
♢ Op dat moment was hij inwendig aan het koken.
Woordherkomst
Samenstellende afleiding van in en de stam van wenden met het achtervoegsel -ig
Verwante begrippen
binnenste, intern
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: