Gepubliceerd op 04-12-2017

homo

betekenis & definitie

homo - Zelfstandignaamwoord
1. mens
2. homoseksueel geaard persoon
De homo kon gelukkig open over zijn geaardheid praten.

Woordherkomst
afgeleid van het Griekse: 'homo-' (zelf, eigen)

Synoniemen
[2] homoseksueel

Verwante begrippen
lesbienne, lesbisch