Gepubliceerd op 30-10-2017

Heer

betekenis & definitie

Heer - Zelfstandignaamwoord
1. (religie) de christelijke aanduiding voor God
Vanuit de vlammen wordt Mozes door de Heer aangeroepen.
2. (religie) vanuit het leerstuk van de Heilige Drievuldigheid ook gebruikt als aanduiding van Jezus Christus
„Ter Linden is een markante christen die zegt dat bijbelverhalen wel waar zijn, maar niet echt gebeurd. Sommigen vinden dat dat niet kan, want dit is toch een festival waar verteld wordt dat Jezus Heer is.

Woordherkomst
van Hebreeuws אדוני|אֲדֹנָי (adonai) "heren"; de meervoudsvorm drukt vermoedelijk respect uit

Synoniemen
Here (in de Statenvertaling)
[1] Adonai (in het joodse geloof)
[1] Eeuwige
[1] God
[1] Jahwe (in sommige rooms-katholieke bijbelvertalingen)

Zie ook
heer