Gepubliceerd op 04-12-2017

halfbloed

betekenis & definitie

halfbloed - Zelfstandignaamwoord
1. (pejoratief) iemand van gemengde etnische afkomst, waarbij slechts één van de twee bronnen een edel ras is
Aan mijn eigen keukentafel doe ik er echter ook vermoeid het zwijgen toe. Moet ik mijn vriend nu gaan uitleggen dat volgens Van Dale een halfbloed een afstammeling is van een blanke en een niet-blanke? Dat het woord is ontstaan in tijden van kolonialisme en slavernij, en dat wel duidelijk is wie er zogenaamd bloed had en wie niet? Dat ik, toen ik begreep wat de betekenis van het woord was - op mijn twintigste pas, mezelf dubbelbloed ging noemen?
2. van gefokte dieren: dat slechts een van de twee ouders een raszuivere volbloed is

Woordherkomst
samenstelling van half en bloed

Synoniemen
euraziër, Indo, kleurling, mulat, mulattin

Antoniemen
volbloed

Verwante begrippen
dubbelbloed