groeitijd - Zelfstandignaamwoord
1. de periode van het jaar dat iets groeit
♢ Paddenstoelen hebben hun groeitijd vooral in de herfst.
2. de totale tijd die nodig is voor het groeien
♢ Sommige houtsoorten hebben een langere groeitijd dan anderen.
3. de tijd dat iets groeit
♢ In de groeitijd van de economie zijn er veel te veel kantoren gebouwd.
Woordherkomst
samenstelling van groei en tijd
Gepubliceerd op 04-12-2017
groeitijd
betekenis & definitie