gok - Zelfstandignaamwoord
1. een keuze zonder het juiste antwoord te weten
♢ Het was een gok, maar ik heb toch het juiste antwoord gekozen.
2. een buitensporig grote neus
♢ Je zal toch met zo'n gok gezegend zijn...
gok - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gokken
♢ Ik gok
2. gebiedende wijs van gokken
♢ gok!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gokken
♢ gok je?
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: