gericht - Zelfstandignaamwoord
1. (juridisch) (formeel) gerecht, rechtbank, de rechter
gericht - Bijvoeglijk naamwoord
1. een bepaald doel hebbend
♢ Door de gerichte actie van de politie werden veel dronken autobestuurders van de weg gehaald.
gericht - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van richten
1. vormt de voltooide tijden
♢ Heb je wel eens een geweer op iemand gericht?
2. vormt de lijdende vorm
♢ Alle sollicitaties kunnen gericht worden aan het volgende adres.
3. als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
♢ Alle ogen zijn op hem gericht.
4. attributief gebruikt
♢ Het was een gerichte aanval op het leiderschap van het land.
5. bijwoordelijk gebruikt
♢ Een sollicitatiebrief, gericht aan het dagelijks bestuur, zien wij graag uiterlijk 10 dagen na het verschijnen van dit blad in de brievenbus.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van richten met het voorvoegsel ge-
Verwante begrippen
judicium, oordeel, vonnis
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: