Gepubliceerd op 14-11-2017

geleid

betekenis & definitie

geleid - Bijvoeglijk naamwoord
1. (van projectielen etc.) tijdens de vlucht bestuurbaar
2. van hoger hand geregeld, in vaste banen geleid

geleid - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geleiden
♢ Ik geleid
2. gebiedende wijs van geleiden
geleid!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geleiden
geleid je
4. voltooid deelwoord van geleiden

Woordherkomst
voltooid deelwoord van geleiden
voltooid deelwoord van leiden

Antoniemen
ongeleid