dier

betekenis & definitie

dier - Zelfstandignaamwoord
1. (dierkunde) met zintuigen uitgerust meercellig organisme dat zijn energie verkrijgt uit andere dierlijke of plantaardige organismen

dier - Aanwijzend voornaamwoord
1. (verouderd) genitief vrouwelijk enkelvoud van die
♢ Het huis dier vrouw.|Het huis van die vrouw.
2. (verouderd) genitief meervoud van die
♢ Het gedrag dier lieden.|Het gedrag van die lui.

dier - Bijvoeglijk naamwoord
1. kostbaar

Uitdrukkingen en gezegden
♦ te dier zake


Synoniemen
[1] beest

Antoniemen
ondier

Verwante begrippen
organisme, zoogdier, plant