Gepubliceerd op 03-10-2017

deun

betekenis & definitie

deun - Zelfstandignaamwoord
1. (muziek) melodie, meest van een volksliedje, misschien als verkleinwoord nog meer gebruikt
    ♢ Rick de Leeuw liet laatst in televisieprogramma De Wereld Draait Door al horen hoe zo’n grijs gedraaide André van Duin-hit als Er staat een paard in de gang óók kan klinken. Op zijn nieuwe cd is het zelfs nóg mooier, intens en ingeleefd. De deun is een kwartslag gekanteld; de polonaise heeft plaats gemaakt voor een hoekig soort spanning. Net als in veel van de andere nummers in deze collectie, die daarom van de ene verrassing naar de andere leidt.
deun - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deunen
    * Ik deun
2. gebiedende wijs van deunen
    * deun!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deunen
    * deun je?