Gepubliceerd op 13-11-2017

commanderen

betekenis & definitie

commanderen - Werkwoord
1. het bevel voeren over, door middel van korte krachtige opdrachten geven
Als het erop aankomt, heeft Dafne het laatste woord. Ik heb in het eerste jaar van onze samenwerking al geleerd dat ik haar niet kan commanderen. Dat werkt niet bij Dafne. Ze geeft het ook aan als ik te dicht op haar huid zit, dat ze dingen zelf wil doen. Dat ze dat zelf in kan schatten, is iets van de laatste anderhalf jaar. In het begin hadden we veel meer een afhankelijkheidsrelatie. Ze is inmiddels zelfstandiger. Ik vind dat niet moeilijk. Een coach hoort op den duur steeds meer een adviseur te worden. En Dafne is net als ik een control freak, zelfkritisch. Dat schept vertrouwen.”

Woordherkomst
afgeleid van het Franse commander (met het achtervoegsel -eren) of het Latijnse 'mandāre' (opdragen, toevertrouwen) met het voorvoegsel com-

Verwante begrippen
aanvoeren