chip - Zelfstandignaamwoord
1. (ongebruikelijk) dun laagje koude gefrituurde aardappel (meest gangbaar in het meervoud of als verkleinde vorm)
2. (techniek) een klein stukje halfgeleiderkristal waarop geïntegreerde circuits zijn aangebracht
♢ Zonder chips zou het internet er nooit gekomen zijn.
chip - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chippen
♢ Ik chip
2. gebiedende wijs van chippen
♢ chip!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chippen
♢ chip je?
Woordherkomst
Alle betekenissen zijn te herleiden tot het Engelse werkwoord en zelfstandig naamwoord #Engels|chip, dat verschillende malen in verschillende betekenissen is geleend.
Synoniemen
[1] chipje
Gepubliceerd op 13-11-2017
chip
betekenis & definitie