carpooler - Zelfstandignaamwoord
1. (verkeer) automobilisten die in de auto van één van hen, samen naar een gemeenschappelijke bestemming gaan, en vice versa
♢ ”Zal ik volgende week rijden?” vroeg Jaap, de nieuwe carpooler.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van carpoolen met het achtervoegsel -er
Verwante begrippen
carpoolplaats, meerijder, passagier
Gepubliceerd op 13-11-2017
carpooler
betekenis & definitie