hen - Zelfstandignaamwoord
1. (vogels) het vrouwtje van de hoenderachtige vogels
♢ De hen legt een ei in de ren.
hen - Persoonlijk voornaamwoord
1. persoonlijk voornaamwoord van de derde persoon meervoud in de functie van lijdend voorwerp en na voorzetsels. Voornamelijk gebruikt om te verwijzen naar personen, soms ook naar dieren.
♢ Hij zag hen in de vergaderingsruimte.
♢ Met hen ging hij naar de conferentie.
Woordherkomst
Te herleiden tot het Protogermaanse *im-. In het Middelnederlands bestonden nog meer varianten naast hen en hun.
Synoniemen
kip
Verwante begrippen
haan, kuiken, hoen, hoender, pluimvee, ei
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: