bridge - Zelfstandignaamwoord
1. (kaartspel) een spel gespeeld door vier spelers, verdeeld in twee paren en gespeeld in dertien slagen
♢ Het spelen van bridge vereist goede samenwerking tussen de partners.
2. (muziekinstrument) de kam van een elektrische gitaar
♢ Een bridge met tremolo.
bridge - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bridgen
♢ Ik bridge
2. gebiedende wijs van bridgen
♢ bridge!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bridgen
♢ bridge je?
Woordherkomst
Leenwoord uit het Engels.
Synoniemen
[2] brug
Verwante begrippen
[1] sport, whist
Gepubliceerd op 10-11-2017
bridge
betekenis & definitie