spel - Zelfstandignaamwoord
1. een bezigheid ter ontspanning volgens vaste regels met elementen als competitie, behendigheid, inzicht en kans
♢ Hij speelde een spel op zijn gloednieuwe spelcomputer.
spel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spellen
♢ Ik spel
2. gebiedende wijs van spellen
♢ spel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spellen
♢ spel je?
Uitdrukkingen en gezegden
♦ (alles) op het spel zetten
inzetten met als doel om veel te winnen maar ook het risico lopen om veel te verliezen
♦ ongeluk in het spel, geluk in de liefde
wie pech heeft in iets onbelangrijks kan geluk hebben bij iets belangrijkers
♦ Alles op het spel zetten
alles inzetten en mogelijk alles verliezen
♦ Brood en spelen
♦ Buiten spel blijven
(willen) proberen niet betrokken te zijn
♦ Hoog spel spelen
veel/grote risico's nemen
♦ Niet om de knikkers, maar om het spel.
het gaat niet om het winnen, maar om het spel
Verwante begrippen
computer, denksport, dobbelen, game, puzzel
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: