Gepubliceerd op 10-11-2017

box

betekenis & definitie

box - Zelfstandignaamwoord
1. een doos
2. met name een kast met een of meer luidsprekers, een geluidsbox of luidsprekerbox
De boxen stonden nog op een hard volume.
3. een, vaak van hout gemaakt, min of meer vierkant meubelstuk omlijst door spijlen met een leuning erop waarin een baby of peuter veilig aanwezig kan zijn, een babybox
4. deel van een grotere stal waarin één paard kan staan
5. een berging horend bij één appartement van een appartementencomplex
6. een van de drie categorieën van de inkomstenbelasting
In box 1 zitten de inkomsten uit loon, in Box 2 inkomsten uit een bedrijf en in Box 3 inkomsten uit vermogen.

Woordherkomst
Leenwoord uit het Engels.