Gepubliceerd op 10-11-2017

boor

betekenis & definitie

boor - Zelfstandignaamwoord
1. (f)/(m) (gereedschap) een rond zijn as ronddraaiend werktuig om gaten mee te maken
Hij liet de boor per ongeluk op de grond vallen.
2. (n) (scheikunde), (element) een chemisch element en een zwart metalloïde, met symbool B en atoomnummer 5
Waar wordt boor in gebruikt?

boor - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boren
♢ Ik boor
2. gebiedende wijs van boren
boor!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boren
boor je?

Woordherkomst
[2] Afkomstig van het Arabische Buraq voor borax, een mineraal dat het voornaamste erts voor boorwinning is.

Synoniemen
[2] borium

Verwante begrippen
[1] bankschroef, vijl, werkbank, zaag