bocht - Zelfstandignaamwoord
1. (f)/(m) van richting veranderende, gebogen weg of pad, kromming
♢ Hij ging veel te snel door de bocht.
2. (f)/(m) een brede baai aan de kustlijn
♢ De Australische Bocht.
3. (n); drank of substantie van slechte kwaliteit
♢ Dat brouwsel is echt bocht.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van buigen met het achtervoegsel -t [1-2]
Van Middelnederlands becht, bacht drek. [3]
Uitdrukkingen en gezegden
♦ je in allerlei bochten wringen
op een erg ingewikkelde, moeilijke manier je doel bereiken
♦ te kort door de bocht gaan
veel te snel en makkelijk tot een conclusie komen (die dan ook fout is)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: