Gepubliceerd op 30-10-2017

biscuit

betekenis & definitie

biscuit - Zelfstandignaamwoord
1. (n): een droog en bros gebak gemaakt zonder vet
In de bakkerij wordt enkel biscuit gemaakt.
2. (m) of (n): een koekje van het biscuitgebak
Kun je mij twee biscuitjes aangeven?
Berucht om hun smakeloosheid zijn de Maria biscuitjes die je bij de thee kreeg.