Gepubliceerd op 10-11-2017

bezitten

betekenis & definitie

bezitten - Werkwoord
1. (ov) iets in eigendom hebben
Hij bezat een groot landgoed in Frankrijk.
2. vnl. lijdende vorm + van geestelijk geobsedeerd worden
Hij was bezeten van snelle auto's en mooie vrouwen.

Woordherkomst
Afgeleid van zitten met het voorvoegsel be-

Synoniemen
hebben