bezitten - Werkwoord
1. (ov) iets in eigendom hebben
♢ Hij bezat een groot landgoed in Frankrijk.
2. vnl. lijdende vorm + van geestelijk geobsedeerd worden
♢ Hij was bezeten van snelle auto's en mooie vrouwen.
Woordherkomst
Afgeleid van zitten met het voorvoegsel be-
Synoniemen
hebben
Gepubliceerd op 10-11-2017
bezitten
betekenis & definitie