beperkt - Bijvoeglijk naamwoord
1. verminderd, met specifieke grenzen
♢ Het apparaat is goed inzetbaar in beperkte ruimtes.
♢ Een beperkter assortiment is goed voor het rendement.
♢ Hoewel het land heel groot is is het niet oneindig groot, het is beperkt van omgang.
beperkt - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beperken
♢ Jij beperkt
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beperken
♢ Hij beperkt
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van beperken
♢ beperkt!
Synoniemen
begrensd, eindig
Antoniemen
onbeperkt
Verwante begrippen
begrensdheid, eindigheid
Gepubliceerd op 10-11-2017
beperkt
betekenis & definitie