Gepubliceerd op 31-10-2017

afzet

betekenis & definitie

afzet - Zelfstandignaamwoord
1. (economie) het volume product dat aan consumenten verkocht wordt
De afzet van dat bedrijf was prima in orde maar toch leden ze een groot verlies want de verkoopprijs was minder dan de kostprijs.
2. de kracht waarmee of het moment waarop men zich tegen iets afzet
De de krachtige afzet kon de verspringer een grote afstand overbruggen.

afzet - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzetten
♢... dat ik afzet
2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzetten
♢... dat jij afzet
3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzetten
♢... dat hij afzet

Woordherkomst
uit het Duits