afzet - Zelfstandignaamwoord
1. (economie) het volume product dat aan consumenten verkocht wordt
♢ De afzet van dat bedrijf was prima in orde maar toch leden ze een groot verlies want de verkoopprijs was minder dan de kostprijs.
2. de kracht waarmee of het moment waarop men zich tegen iets afzet
♢ De de krachtige afzet kon de verspringer een grote afstand overbruggen.
afzet - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzetten
♢... dat ik afzet
2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzetten
♢... dat jij afzet
3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzetten
♢... dat hij afzet
Woordherkomst
uit het Duits
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: