verkocht - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van verkopen
♢Ik verkocht
♢Jij verkocht
♢Hij, zij, het verkocht
verkocht - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van verkopen
1. vormt de lijdende vorm
♢ De auto wordt verkocht.
2. vormt de voltooide tijden
♢ Ik heb de auto nog niet verkocht.
3. vormt een ergatieve constructie met het hulpwoord raken
♢ Het huis raakte maar niet verkocht.
4. attributief gebruikt
♢ De verkochte auto werd die middag opgehaald.
5. partitief gebruikt
♢ In gedecoreerden (ik bedoel naruurlijk zij die hun decoratiën dragen) is iets verkochts en iets dierlijks.
6. bijwoordelijk gebruikt
♢ Verkocht en verraden, restte hem weinig anders dan zich in zijn lot te berusten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: