afzagen - Werkwoord
1. (ov) met een zaag inkorten of smaller maken
afzagen - Werkwoord
1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afzien
♢... dat wij afzagen
♢... dat jullie afzagen
♢... dat zij afzagen
Woordherkomst
samenstelling van af en zagen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: