Synoniemen zoeken
Synoniem van afzagen
Synoniem van 'n ander trefwoord
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
afzagen
afzagen - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-za-gen
1. door zagen weghalen
♢ mijn buurman heeft de tak afgezaagd
1. de tak afzagen waarop je zit
[je eigen graf graven]
2. door zagen kleiner maken
♢ ik heb een stuk van de balk afgezaagd
Regelmatig werkwoord: af-za-gen
ik zaag af (... ik afzaag)
jij/u zaagt af (... jij afzaagt)
hij/zij zaagt af (... hij afzaagt)
wij/zij/jullie zagen af (... wij afzagen)
ik/jij/u/hij/zij zaagde af (... ik afzaagde)
wij/zij/jullie zaagden af (... wij afzaagden)
hij heeft afgezaagd
de/het/een afgezaagde ....
afzagend, afzagende